
We zijn al een tijdlang meer aangewezen op onze herinneringen dan normaal. We maakten het afgelopen jaar simpelweg minder mee. De grote projecten, die gingen vaak gewoon door. Het zijn vooral kleine dingen die wegbleven. Gebruikersverenigingen, nascholingen, een leerzame rondleiding in een nabij service-center. Je gaat bijna automatisch terugverlangen naar de uitjes van weleer. De Reehorst in Ede! Zou het nog bestaan? Op ieder congres liep wel iemand rond die hardop in een microfoon zei dat ze in Rotterdam niet lullen maar poetsen. Dan dacht je: ‘ach, het is ook best ver, helemaal naar de Reehorst in Ede, dan mag je dit best even komen zeggen’.
Vaak waren het nogal specifieke bijeenkomsten. Over één bepaald type software, over een bepaalde sector of over een beheersysteem. Steevast zeiden de mensen als ze elkaar daar weer ontmoetten: ‘het is ook echt een klein wereldje, net een reünie’. Toegegeven, ik was óók bij die jaargang van de GeoBuzz waar een voor vakgenoten gratis landbouwcongres tegenaan was geplakt. Nieuw bloed! Eén blik over die hal vol spullenboel was echter genoeg om veilig terug te keren naar de reünie en de nazit over de astronaut-spreker. In grote congrescentra zag je, tegelijk met onze eigen bijeenkomsten ook veel zorgcongressen. Dan liep je een verkeerd zaaltje in en daar waren de robuuste laptops voor mobiel werken ineens wit van kleur.
Terwijl een deel van Nederland zich al enige tijd hoegenaamd niets meer aantrekt van de coronamaatregelen, blijven overheidsinstellingen gesloten en vergaderzalen dicht. De cultuursector schreeuwt moord en brand, maar vergeet dat hun verschraalde aanbod maar een fractie is van de zaalverhuur die óók stil kwam te liggen. In onze ijver om het goede te willen doen, roepen we nu dat de digitalisering van onze ontmoetingen blijvend is.
Ik hoop toch van niet.
Deze column verscheen eerder in www.bignieuws.nl
Meer columns